Test jezelf! Survey

Question Title

* 1. Welke van de volgende uitspraken komt overeen met een van de diagnostische criteria van ondervoeding bij oudere patiënten vanaf 70 jaar zoals gedefinieerd door de European Society for Clinical Nutrition and Metabolism (ESPEN) in 2018?

Onbedoeld gewichtsverlies van > 10% in meer dan 6 maanden.

BMI < 20 kg/m2.

Albuminegehalte < 35 g/l.

Geen van deze afzonderlijke criteria.

Question Title

* 2. Tijdens het NutriAction II-onderzoek, dat in België werd uitgevoerd, is met name gekeken naar de vraag hoe efficiënt de opsporing van ondervoeding is. Kies het juiste antwoord uit de volgende

Het is onmogelijk om een ondervoede patiënt te identificeren zonder een screeningprocedure te gebruiken.

Het is heel goed mogelijk om 90% van de ondervoede patiënten te identificeren door ze enkel op het oog te beoordelen.

Ongeveer 1 op 2 ondervoede oudere patiënten blijft ngeïdentificeerd.

Ongeveer 1 op 4 ondervoede oudere patiënten blijft ngeïdentificeerd.

Question Title

* 3. Ouderen die ondervoed zijn hebben een verhoogd risico op een ziekenhuisopname en medische complicaties. Dit heeft een ongunstig effect op de levenskwaliteit van deze ouderen. Kent u de prevalentie van ouderen die thuis wonen, en weet u hoeveel edische drinkvoeding er in België worden gebruikt ? Kies het juiste antwoord uit de volgende mogelijkheden.

1 op de 10 ouderen is ondervoed of loopt een risico op het krijgen van ondervoeding.

1 op de 3 ouderen is ondervoed of heeft een risico op het krijgen van ondervoeding.

1 op de 2 ouderen met ondervoeding, of die een risico hebben op het krijgen van ondervoeding, gebruikt medische drinkvoeding.

96% van de ouderen met ondervoeding of die een risico hebben op het krijgen van ondervoeding, gebruikt medische voeding.

Question Title

* 4. Wat is het gemeenschappelijke element van de twee populaire screeningtools: MNA en MUST? Kies het juiste antwoord uit de volgende mogelijkheden.

Mobiliteit.

BMI.

Neuropsychologische problemen.

Geen van de bovengenoemde.

Question Title

* 5. Het gebruik van medische voeding is …

Klinisch bewezen.

Kosteneffectief.

Klinisch bewezen en kosteneffectief.

Geen van de bovengenoemde.

Question Title

* 6. Klinische gegevens tonen aan dat een vermindering van het volume van medische drinkvoeding een effect heeft op de therapietrouw. Kies het juiste effect uit de volgende mogelijkheden.

Kleiner volume verbetert de therapietrouw.

Kleiner volume verslechtert de therapietrouw.

Kleiner volume heeft geen invloed op de therapietrouw.

Kleiner volume verslechtert en verbetert de therapietrouw tegelijkertijd.

Question Title

* 7. De dagelijkse eiwitbehoefte van een gezonde oudere (65+) is …

0.8 – 1.0 g / kg.

1.0 – 1.2 g / kg.

1.2 – 1.5 g / kg.

1.5 – 2.0 g / kg.

Question Title

* 8. De dagelijkse energiebehoefte van een ziek of verzwakt persoon is ongeveer …

15 kcal / kg.

25 kcal / kg.

35 kcal / kg.

45 kcal / kg.

Question Title

* 9. In vergelijking met gezonde personen hebben zieke of verzwakte personen nood aan …

MINDER energie en MEER eiwitten.

MEER energie en MINDER eiwitten.

MINDER energie en MINDER eiwitten.

MEER energie en MEER eiwitten.

Question Title

* 10. Wat zijn de oorzaken van ondervoeding? Kies het juiste antwoord uit de volgende

mogelijkheden.

Verminderde voedselinname.

Verhoogde behoeften.

Malabsorptie en verhoogde verliezen.

Alle van de bovengenoemden.